Zeeleeuwen, fjorden en weerzien met Queenstown

We hadden een camping voor 2 nachten op het schiereiland bij Dunedin en hebben daar een dag doorgebracht met het bekijken van dieren. ‘s Morgens eerst naar het albatros centrum, uitleg gekregen van een gids en vanuit een observatorium naar de albatrossen kunnen kijken, je kon er 4 zien zitten op hun nest, eentje werd een beetje actief. Nog wel een albatros zien vliegen ook, vleugels hebben een spanwijdte van zo’n 3 meter!
Vervolgens een strandwandeling gemaakt op een strand waar regelmatig zeeleeuwen te zien zijn. We dachten dat we pech hadden maar toen bleken de rotsen te bewegen…. Uiteindelijk 7 zeeleeuwen gespot, kleine en grote, de meeste lagen gewoon lekker in de zon, maar een enkele ging even rechtop zitten voor ons.

Aan het eind van de middag hadden we nog een toertje geboekt voor de geeloog pinguïns. Deze hebben we helaas niet in het wild kunnen zien, wel een paar jonge in hokken in het rehabilitatie verblijf en baby blauwe pinguïns in uitgezette hokken.

De volgende dag zijn we naar Te Anau gereden, dat ligt in Fiordland. Ontbeten in een grappig café dat eruit zag als een Amerikaanse diner, met helaas voor Otto koffie met melk ipv cappuccino….

We wilden een toeristische route gaan rijden, maar het begon wel erg hard te waaien, zo hard dat we zelfs een keer op de andere weghelft werden geblazen, maar daar reed gelukkig niets op dat moment. Het werd dus de kortste weg en zonder kleerscheuren! Op de camping regende het vooral tot laat in de avond, dan is het toch wel prettig om een grote camper te hebben 😄

We wisten dat het de volgende dag beter weer zou worden en dat klopte. Om 8 uur werden we opgepikt door een busje voor een tour naar Milford Sound. Dat ligt op 2 uur rijden van Te Anau maar onderweg hadden we de nodige fotostops en korte wandelingen naar meertjes en watervallen. En vanuit Milford Sound een boottocht van 2 uur door het fjord, vooral veel watervallen en bij eentje kwam de boot zo dichtbij dat je flink nat werd op het bovendek. Uiteindelijk zijn we toch ook maar naar binnen gevlucht. Een aantal zeehonden gezien ook nog en er zwommen een paar dolfijnen rond de boot en Otto zag nog de kop van een Fiordlandse pinguïn, weer een andere soort, voordat die achter een rots weg dook. Tegen 6-en weer terug en we konden zowaar in de zon eten 👍

De volgende dag zou het prima weer zijn in Queenstown voor een wandeling, dus vroeg vertrokken een daar weer heen gereden. Ter plekke een prima parkeerplaats gevonden, dat is nog best lastig met een camper, en lekker ontbeten. De kabelbaan omhoog genomen, dat scheelde 400 hoogtemeters 😄 We hadden online tickets gekocht, en dat scheelde een wachtrij.

De wandeling ging naar de Ben Lomond, een berg van ca 1580 meter en die kon je de hele tijd zien liggen…. Het ging gestaag omhoog naar een zadel en daarna werd het steiler en begon het flink te waaien, best fris! We hadden een goed tempo en waren een stuk sneller op de top dan de borden aangaven. Gelukkig kon je uit de wind zitten en zo een tijd van het uitzicht over het meer genoten. De afdaling ging ook vlotjes en in het dorp nog een ijsco gescoord voor we naar de camping reden, dezelfde als een aantal nachten geleden.