Wat viel ons op in Australië

Het lijkt erg op Amerika:
- De autos zijn groot en alles is gemaakt voor autos. De wegen zijn breed, parkeerplaatsen zijn ruim. Bestuurders zijn niets gewend. Ze schrikken zich rot als je even assertief voor ze langs schiet.
- Fietsers zie je niet, alleen in de sportieve sfeer zie je ze wel eens.
- Er wordt gebouwd in blokken, alles is vierkant. De huizen zijn veelal van hout en hebben geen verdiepingen.
- De mensen zijn groot en zwaar, bijna iedereen heeft overgewicht. We zagen mensen zelden kiezen voor de gezonde maaltijd. Natuurlijk, als je gaat wandelen dan zie je wel dunnere mensen.
De mensen zijn overigens erg vriendelijk, ietwat overdreven vriendelijk misschien voor een Nederlander. Het is altijd how are you doing, maar tegelijkertijd vinden ze het leuk om een praatje te maken.
Australië voelt heel exotisch aan: temperaturen tot 40 graden, allerlei soorten papegaaien, overal kangoeroes. Dat maakt het wel een heel bijzondere bestemming. Over kangoeroes gesproken, ook heel veel dode langs de weg gezien.
Zoals gezegd, Australië is erg ‘car centric’. Alles is ingericht op autos. En die autos rijden allemaal op diesel of benzine. Electrische autos zie je hier niet en hybride nauwelijks. Ze hebben hier nog een lange weg te gaan.
Verkeerslichten staan veel handiger gepositioneerd dan in Nederland, namelijk aan de overkant. Als je vooraan staat hoef je je dus niet in bochten te wringen om het stoplicht boven je te zien. Heel handig.
In de outback zie je megagrote ‘road trains’, vrachtwagens met 2 of 3 aanhangers, maximaal 55 meter.
Buiten de bebouwde kom mag je in sommige staten 130 km/h rijden. En dan heb ik het niet over snelwegen alleen, maar ook de gewone provinciale weg. Dat is best hard, vooral omdat sommige wegen vrij smal zijn. Nu snap ik ook dat je weinig fietsers ziet 😁. En in sommige staten is de vluchtstrook van de snelweg het fietspad.
Landschappelijk vonden wij Australië wel oké. Niet heel bijzonder dus. Misschien zijn wij wat blasé, omdat we al zoveel gezien hebben. Natuurlijk waren er ook wel heel mooie dingen: het noorden, de Gibb River Road met al zijn gorges was geweldig, net als Uluru, de Kings Canyon en de gorges in het Red Centre. De Great Ocean Road was ook mooi. Maar verder was het landschappelijk gezien niet anders dan, zeg Frankrijk.
Cappuccino in Australië betekent heel veel cacaopoeder bovenop. Het smaakt dan naar chocolademelk. Dus ik moest altijd zeggen dat ze er maar een klein beetje bovenop moesten doen. En toen ik 1 keertje zei dat ik geen cacaopoeder hoefde, keken ze mee vreemd aan en zeiden: dat is geen cappuccino. Ik leerde dus snel dat cappuccino in Australië cacaopoeder inhoudt.
Verder hebben ze hier echt geweldige saucijzenbroodjes, veel beter gevuld dan in Nederland. En iedere bakker heeft weer z’n eigen variant….
En als je Bruschetta bestelt moet je ‘broesjetta’ zeggen. Als je ‘broesketta’ zegt snappen ze het niet.🤔
Ze hebben heel veel craft breweries. Ik heb dus heel veel verschillende biertjes kunnen proeven!
Aboriginals hebben we weinig gezien. Eigenlijk alleen in het eerste deel, de Gibb River Road en rond Alice Springs. Ze leven blijkbaar in de gedeeltes waar niemand anders wil wonen. Ze zien er over het algemeen slecht uit, ze zijn arm, erg dik, lopen op blote voeten en hangen een beetje rond. Er komt wel meer aandacht voor de oorspronkelijke bewoners, maar we kregen niet het gevoel dat de gemiddelde witte Australiër ermee bezig is. Ook tijdens het onlangs gehouden referendum heeft men tegen een Aboriginal stem in het parlement gestemd. Het lijkt wel veel op de situatie met de native Americans in de USA. Er zijn wel wat kleine lichtpuntjes, Ayers Rock heet tegenwoordig weer Uluru en je mag hem niet meer beklimmen. Maar in het algemeen hebben de Aboriginals weinig te vertellen en zijn ze zeer achtergesteld.
Leuk jullie algehele indruk van Australië te lezen. Het landschap in Nieuw Zeeland is veel gevarieerder, je kunt iedere dag in een heel ander soort landschap zitten.
Leuk te lezen hoe jullie Australië hebben beleefd.
Groetjes Ina en Leo