The Red Centre (Uluru, water holes, wallaby’s, vogels en vliegen)
Wat fijn toch om een auto zonder issues te hebben. We zijn direct weg gereden naar ons eerste bushcamp op ongeveer 100 km vanaf Alice Springs, het mooie Rainbow Valley. We waren de enigen die daar kampeerden. Nou, niet helemaal de enigen, er zaten wel wat vliegen. En dat zou wel een ergernis worden de komende dagen.
In het eerste deel van onze vakantie zaten we in een subtropisch gedeelte, de insecten die we daar zagen waren enkele muggen en steekvliegen. Maar in het Red Centre waren die verdwenen en omgewisseld voor gewone vliegen. En dan niet een paar, maar tientallen tegelijk op je lippen, in je oor, in je neusgat, overal. We hadden gelukkig een muskietennet voor over je hoofd, dat ze hier trouwens vliegennet noemen 😊. Die vliegen zitten er de hele dag, maar verdwijnen weer na zonsondergang, dus je kunt nog even zonder net op je hoofd buiten zitten.
We hebben 2 nachten gekampeerd op de family campground van Uluru en we zijn 2 ochtenden zeer vroeg opgestaan. De eerste ochtend omdat we naar Kata Tjuta wilden, ongeveer een uur rijden vanaf de campground. Daar hebben we de Valley of the Winds walk gedaan. Vanwege de temperatuur en de vliegen wilden we de wandeling bij zonsopkomst beginnen, om 06:15. Over temperatuur gesproken, hier in het Red Centre was het aanmerkelijk koeler dan in het noorden. In het noorden haalden we de 40 graden overdag, in het Red Centre was het de eerste dagen niet eens 30, later net iets boven de 30.
Kata Tjuta staat ook wel bekend als The Olgas. Het zijn rondvormige bergjes waar je een mooie wandeling van 2½ uur kunt maken. Het ochtendlicht gaf een mooie gloed, dus we waren blij met de vroege start. En het was winderig, dus het deed zijn naam eer aan!
In de namiddag, bij zonsondergang, hebben we nog wat klassieke foto’s van Uluru gemaakt, zie bovenaan.
En de volgende dag weer vroeg op, maar nu om de zogenaamde Base Walk rondom Uluru te maken. Dit was een wandeling van ongeveer 10 km, waarbij je soms vlak langs de wand liep en soms op grotere afstand, waardoor je een beter uitzicht op Ayers Rock had. Het was magisch om rond deze iconische berg te lopen.
Na de wandeling moesten we nog een flink stuk rijden naar King’s Canyon. Gelukkig was het, net zoals alle wegen sinds Alice Springs, allemaal asfalt, dus we konden goed opschieten. En voor de afwisseling hebben we eens niet zelf gekookt, maar zijn we uit eten geweest.
Zoals gebruikelijk vroeg uit de veren de volgende ochtend, om de Rim Walk te doen, een werkelijk prachtige wandeling boven langs de King’s Canyon, en gedeeltelijk ook in de canyon. We kwamen nog een Nederlander tegen die we een weekje geleden bij Devil’s Marbles ook al gezien hadden. Men had gezegd dat we hier misschien ook wel Rock Wallaby’s zouden zien, maar die hadden zich goed verstopt.
Hierna hebben we ons verplaatst naar het noordelijke deel van het Red Centre. Dit gedeelte kenmerkt zich door wat meer water, waar je kunt zwemmen. Om in dat noordelijke deel te komen moesten we eerst een onverharde weg nemen, eindelijk na bijna 3000 km asfalt. Omdat die gravel road door Aboriginal land gaat moesten we ook een permit regelen.
Uiteindelijk kwamen we terecht in Palm Valley, een groene oase temidden van de rode aarde. Er was water, er was gras, je hoorde de volgeltjes zingen, je zag kaketoes rondwandelen. En ik zag zelfs valkparkieten rondvliegen, die ik alleen ken van kooien. De bushcamping lag heel mooi aan het water, maar om bij de Palm Valley Walk te komen moesten we even flink aan de bak met onze 4WD. Maar het lukte allemaal en we hebben een mooie ochtendwandeling gemaakt.
Na een overnachting in een ander bushcamp zijn we de Redbank Gorge in gelopen, tot aan een water hole, waar we een tijdje gezeten hebben. Plotseling hoorde ik wat en toen zagen we eerst 1 en later 2 Rock Wallaby’s lopen, dat was super cool. De beestjes bewegen zich als steenbokken op de rotsen, ondanks hun oversized poten. We konden ons geluk niet op!
Daarna hebben we wat gezwommen in de Glen Helen Gorge. Dat zwemmen is wel fijn, omdat die bushcamps geen douche hebben. En uiteindelijk zijn we doorgereden naar Ormiston Pound, wederom een kloof met een water hole erin. Dat water hole lag vlakbij ons kamp, dus om 18:00 zijn we weer te water gegaan, net voor zonsondergang!
De volgende dag een wandeling van 3½ uur gemaakt, gedeeltelijk bovenlangs en het laatste deel door de gorge, waarbij we af en toe tot aan ons middel door het water moesten lopen. En de wandeling eindigde bij het water hole, dus we konden nog even zwemmen in het ijskoude water voordat we weer verder gingen.
Omdat we nog 2 dagen overhielden voordat we naar Brisbane vliegen, hebben we besloten om nog een klein rondje toe te voegen en zijn we doorgereden naar de Trephina Gorge. En daar werden we werkelijk aangevallen door vliegen. Zelfs met vliegennet was het niet te doen buiten, dus zijn we maar binnen gaan zitten totdat de zon onder was. En toen was het rustig, op een paar sprinkhanen na.
De laatste dag voor Alice Springs konden we weer over het gravel rijden en hebben Arltunga bezocht, volgens de overlevering de eerste Europese settlement in Australië. Hier werk rond 1900 goud gevonden. Restanten, al dan niet gerestaureerd, van het dorpje en de mijnen kun je hier nog vinden.
En nu zijn we weer in Alice Springs. Zondag vliegen we naar Brisbane in Queensland. Het lijk erop dat we alle staten gaan bezoeken, behalve Tasmanië. In totaal hebben we in Western Australia en Northern Territory 6200 km gereden. We gaan onze 4WD Adventue Camper missen. In Brisbane krijgen we een gewone campervan. We gaan ook de outback missen. Het noorden en midden van het land is toch wel de echte Australische outback, met dat rode zand en die blauwe luchten. Het oosten zal veel groener zijn, en ook we wat wisselvalliger voor wat het weer betreft. Ben wel benieuwd welke insecten we daar tegen zullen komen…. En hopelijk koala’s!
Zo dat is weer een mooi verhaal over jullie belevenissen. Staat wel charmant zo’n vliegennet.
Mooie foto’s weer!
Fijne vlucht naar Brisbane.
🙋♀️👋
Heel mooi daar! De kleuren ook zo fantastisch. Wij hebben in dat gebied alleen Uluru van dichtbij gezien (op en omheen gelopen) en een fiets gehuurd om daar te komen. Wel super irritant, die vliegen, hebben wij daar gelukkig niet meegemaakt.
Goede vlucht naar Brisbane! En tot de volgende blog!