Van Panch Pokhari naar Kyangjin Gomba
We hadden 1 drager die de route wist. Dus iedereen volgde hem de volgende dag omhoog naar een pasje. Daar bleek dat we uitkeken op het verkeerde dal en dat er geen route omhoog liep, wel omlaag. Toen bleek dat die drager de vorige keer ook niet verder dan dat pasje was gekomen . Hij was helemaal niet op de Tilmans Pas geweest! Nu werd ons duidelijk dat werkelijk niemand de route naar de Tilmans Pas wist. Het avontuur kon beginnen! We zijn weer iets afgedaald en hebben daar geluncht terwijl Phurba, onze gids, en Lhakpa de route gingen zoeken. Zij zijn omhoog geklommen om een beter zicht te hebben en na 3 uur waren ze weer terug. Ze hadden een pad gezien. We zijn toen de bergrug opgeklommen, steil omhoog, en het begon ook te sneeuwen. Via steil blokkenterrein weer naar beneden en daar was een goede kampplek. Hemelsbreed waren we niet echt opgeschoten. Maar er was weer een pad!
Volgende dag verder via dat pad. Na anderhalf uur kwamen we bij 3 meertjes. Op de kaart staat ‘Tin Kunda’. Dat betekent 3 meertjes, dus we hadden het idee dat we goed zaten. We zagen ook de morene van de Balephi Gletsjer. Daar zijn we naartoe gelopen en hebben kamp gemaakt. Het pad waren we inmiddels alweer een beetje kwijt. We zaten vlakbij de linkermorene, die we volgens de kaart omhoog moesten nemen de volgende dag. Phurba is die middag de route gaan verkennen en kwam na 4 uur terug met goed nieuws. De linker morene moesten we niet hebben. We zouden dan ergens de gletsjer moeten oversteken en dat was levensgevaarlijk.
De volgende dag zijn we direct de rechter morene opgeklommen en die hebben we tot 4850 meter gevolgd, de laatste plek waar het enigszins mogelijk was een kamp te maken. We zaten nu vlakbij de Tilmans Pas! Het weer werd er elke dag beter op. Veel zon en nauwelijks wolken in de middag. Diezelfde middag is Phurba omhoog gegaan om naast de ijsval vaste touwen te gaan aanleggen en de gletsjer naar de pas te gaan verkennen.
Volgende dag om 7 uur gaan lopen. Eerst anderhalf uur naar de ijsval. We hebben onszelf (inmiddels zaten we 5000 meter) aan de vaste touwen omhoog getrokken. Dat betekent in de praktijk 10 stappen en dan 1 minuut uithijgen. Daarna via een steil blokkenterrein en een sneeuwveldje naar de gletsjer. Stijgijzers aangedaan en zigzaggend tussen de spleten door naar de pas, waar we om 12 uur aankwamen. We waren boven de 5300 meter! En we hadden veel geluk met het weer. Het was helder en niet koud. Prachtige uitzichten op hangende gletsjers. Daarna afgedaald naar een vlak stukje op de gletsjer, waar alle dragers al stonden te wachten. Petje af voor die lui, die met 30 kg op de rug ook de pas over waren gestoken. Chapeau! Sommigen hadden echter wel last van lichte hoogteziekte. Wij hadden gelukkig aspirine bij ons en dat vond gretig aftrek. En toen was de vraag hoe we de gletsjer af moesten komen. We staken over naar de linkerkant van de gletsjer en via een soort glijbaan kwamen we weer in het blokkenterrein. Maar dan de steile variant. Met sneeuw tussen de rotsblokken zodat je heel geconcentrerd moest lopen. Uiteindelijk kwamen op een stukje vlak terrein met een meertje waar we kamp hebben gemaakt. Het was 16:00 en we zaten op 4750 meter. Hèhè. Dat was een mooie dag. En de zon scheen nog steeds, maar we zaten aan de noordkant, dus niet bij ons.
We dachten dat de volgende dag een makkie zou zijn: alleen een beetje naar beneden hobbelen. Niets was minder waar. Na een uur door het blokkenterrein ‘lopen’ kwamen we bij een enorme morene. En die moesten we afdalen. Wel 200 meter door een instabiele puinhelling naar beneden waarbij de rotsblokken her en der naar beneden suisden. Erg gevaarlijk. Dus zo snel mogelijk naar beneden! En daar moesten we nog een paar uur lopen over, ja weer, rotsblokken. We waren er langzamerhand wel klaar mee. En als klap op de vuurpijl moesten we ook nog een steenkoude rivier oversteken. Geen bruggetje. Schoenen uit, broek uit, sandalen aan en gaan met die banaan. Oeii, wat wat was het koud. Antonio kent dit gevoel van onze Aconcagua expeditie. En toen zagen we eindelijk weer mensen. Een Japanner van 72 die op fotosafari was. En we zagen een echt pad! Kamp in Langshisa Kharka (dode os weide) op 4150 meter. Het weer begon wel iets te betrekken.
Volgende dag was een bewolkte en kille dag. In 4 uurtjes naar Kyangjin Gomba gwandeld over dat pad. En we kwamen westerlingen tegen. Kyangjin Gomba is een klein dorpje met een paar onderkomens. We hebben deze keer niet in een tentje geslapen, maar binnen. En ‘s avonds begon het te sneeuwen.
Vanochtend zat alles nog helemaal dicht, maar de wolken verdwenen al snel. Het is nu helder en we hebben uitzicht op de Naya Kanga. We zijn er nog niet zeker van dat we die berg gaan beklimmen. We zijn toch wel moe van die Tilmans Pas. We zien het wel. We gaan in ieder geval morgen omhoog richting de Ganja La. We slapen dan in Base Camp en gaan overmorgen naar High Camp op 4900 meter. Daar beslissen we of we de Naya Kanga op gaan of dat we direct de pas oversteken, die trouwens ook niet heel erg gemakkelijk is. Maar ja, als je de Tilmans Pas over kunt steken, dan gaat de Ganja La ook. De dorpelingen hier vonden het wel geweldig dat we de Tilmans Pas over waren gekomen. Mogelijk waren we de eersten dit jaar.
Goed, dat was het dan weer. We zullen nog een paar keer van Ipadio gebruik maken. Nu gaan we eerst een cheese factory bezoeken.